De rozenkrans
“Katholieken zijn van de ‘dingetjes,’” zei jaren geleden de toenmalige hoofdaalmoezenier. Zo’n gelovig dingetje is een rozenkrans, er wordt mij regelmatig om gevraagd. Het is een typisch katholiek hebbedingetje in de bajes. Meestal zegen ik de rozenkrans bij het geven.
De ontvanger doet hem vervolgens om zijn nek. Of hij hangt de rozenkrans in zijn cel om de foto’s van zijn dierbaren: op deze manier wordt de rozenkrans een ketting van verbondenheid met zijn geliefden.
Ook wordt de rozenkrans voor het slapen gaan nogal eens boven het bed gehangen voor bescherming. Het gaat dan om bescherming tegen demonen zoals angst en onrecht.
De rozenkrans wordt gebruikt bij het bidden voor een rechtszaak, voor dierbaren, voor rust. Op momenten dat er geen woorden zijn, hebben de ‘dingetjes’ hun zeggingskracht.
Onlangs kreeg ik een briefje in mijn handen. De moeder van een gedetineerde was overleden, en deze man vroeg om een rozenkrans en wilde een kaarsje aansteken. Ik zocht hem op en nam hem mee naar mijn kantoor. Hij vertelde dat de uitvaart van zijn moeder de volgende dag zou plaatsvinden. Hij stak een kaarsje voor haar aan, bad voor haar.
Hij was dankbaar dat hij toestemming had gekregen om afscheid van haar te nemen, hij was daar twee dagen eerder heen geweest. Ik gaf hem de rozenkrans, met een zegen. Hij liet de rozenkrans door zijn handen heen gaan. Het was een hele tijd stil, hij was in gedachten verzonken.
Toen begon hij te vertellen. Twintig jaar eerder had hij al eens vastgezeten, en had toen ook om een rozenkrans gevraagd. Bij het vrijkomen had hij de rozenkrans aan zijn moeder gegeven, zij heeft deze al die jaren bij zich gehad. Die rozenkrans heeft hij bij het afscheid nemen in de kist gelegd, in de handen van zijn moeder. Met de rozenkrans die hij van mij kreeg, had hij als het ware zijn moeder bij zich. Op het moment dat de rozenkrans door zijn handen gleed, was hij in gedachten weer bij haar. Geen wonder dat hij zo lang stil was.
R-.k. justitiepastor Jacqueline