Skip to main content

Omgekeerd bidden

Na afloop van de kerkdienst kuieren de mannen naar de koffie en de koek. Een paar hebben een vraag of willen iets zeggen naar aanleiding van de viering. Bryan vroeg me vóór de kerkdienst al of ik zijn rozenkrans wilde zegenen. Ik antwoordde: “Dat doe ik na afloop.”

Tijdens de overweging heb ik verteld hoe mooi het is om overal dankbaar voor te zijn. “Het is zeker niet gemakkelijk. Toch probeer ik in gebed ook dankbaarheid te uiten voor de minder leuke dingen in het leven. In mijn geval dank ik voor Parkinson. Daarbij blijf ik geloven in wonderen.” Ik vertel over de kapotte CV-ketel bij mij thuis. Op onverklaarbare wijze is deze spontaan weer gaan lopen.

Als de kerkdienst voorbij is benadert Leon mij als eerste. Hij vraagt of hij voor mij mag bidden. Daar sta ik, met mijn gebedsmantel aan. Ik ga in de ontvangende houding staan en sluit voor een moment mijn ogen. Leon: “Here God, ontferm U over onze pastor. Geef dat hij dit werk, ondanks de ziekte Parkinson, nog lang kan blijven doen.” Even gaat er een schok door mijn lijf.

Vervolgens keer ik mij om tot Bryan, die getuige is van dit gebed. “Goede God, zegen deze rozenkrans en het leven van Bryan …”

Een warm gevoel van dankbaarheid vervult mij. Dank voor het samen vieren. Dank dat we naar elkaar luisteren. Dank voor de mensen die hier samen waren. Dank aan degenen die hebben voorgelezen. Dank aan de kosters en vrijwilliger. Dank dat ik dit werk mag doen. Dank voor het gebed van gedetineerde Leon. Dank voor de wonderen die in het leven gebeuren.

Moe maar voldaan fiets ik terug naar huis. Het is droog. Ik heb de wind mee.

R-,k. justitiepastor Paul