Skip to main content

Onsterfelijk

Bij kerkdiensten in de Bajes zijn in de regel vrijwilligers aanwezig. Ze komen uit de stad en de omliggende dorpen rond een penitentiaire inrichting. Sommige vrijwilligers doen dit werk al heel lang; twintig tot vijfentwintig jaar is geen uitzondering. Ze hebben justitiepredikanten zien komen en gaan en gedetineerden zien komen en terugkomen. Maar in hun jarenlange betrokkenheid hebben ze zelf iets onsterfelijks.

Zo ook Paul, een vrijwilliger wiens naam ik voor dit artikel heb geanonimiseerd. Paul begint al in de vorige eeuw met bestuurswerk voor Stichting Exodus en geeft zijn betrokkenheid verder vorm als vrijwilliger, samen met zijn vrouw, bij de kerkdiensten. In de praktijk betekent dit dat je op de drempel van de kerkzaal de bezoekers welkom heet, bijvoorbeeld met een handdruk of met het uitdelen van een boekje met daarin de Bijbeltekst en de liederen van de dienst. Na afloop maak je rond de koffietafel een praatje met de aanwezigen. De vrijwilligers delen bloemen uit en ansichtkaarten die als  ‘paasgroetenactie’ via lokale protestantse kerken binnenkomen bij de justitiepredikanten.

Veel gedetineerden vinden het fijn om op die manier even te praten met een persoon zonder uniform, gewoon van mens tot mens. Paul beheerst dit werk tot in de puntjes. Hij kan luisteren zonder oordeel en hij is betrokken. Hij laat zich ook niet gek maken door personen die hem voor hun karretje wilden spannen om bepaalde zaken gedaan te krijgen die in detentie niet zijn toegestaan. Vrijwilligers bij kerkdiensten volgen cursussen om deze manipulatie te herkennen, maar Paul heeft een natuurlijk gezag om dit gedrag af te weren. Paul zegt vaak:  “De kerk hier binnen de muren is 'mijn' kerkdienst geworden. 'Ik kom hier liever dan in de kerk in mijn dorp”. Paul vertelt dat hij niet alleen zijn oor te luisteren geeft, maar dat hij ook veel terugkrijgt van de personen met wie hij contact maakt. Hun eerlijkheid, directheid, de warmte die ze vaak uitstralen, de moed om na tegenslag er weer tegen aan te gaan, dat raakt Paul. Het evangelie van Jezus Christus en diens betrokkenheid bij mensen die worstelen met hun leven, met hun delict, met schuld en schaamte, dat alles komt volgens Paul in de diensten in de gevangenis heel direct binnen. Paul is, samen met zijn vrouw, heel trouw aan 'de mannen', zoals hij zijn contacten omschrijft.  

Ik zei al dat kerkvrijwilligers iets onsterfelijks over zich hebben: je weet op zeker moment niet beter dan dat ze er altijd zijn geweest. Paul is weliswaar jong begonnen met dit werk, maar inmiddels al weer ver in de zeventig. Er is in versneld tempo iets in hem veranderd. De laatste maanden staat hij steeds vaker zwijgend en afwachtend langs de zijlijn van de viering.  Wat er dan gebeurt, raakt me: de kerkgangers voelen dat het nu Paul zelf is die aandacht nodig heeft. De rollen worden omgekeerd, het zijn 'de mannen' die nu op hém afkomen voor even een praatje.

Als justitiepredikant bespeur ik deze ontwikkeling bij Paul al wat langer. Waar de vrijwilligers namelijk altijd gezamenlijk de inrichting binnengaan, meldt Paul zich steeds vroeger aan de poort. Hij heeft een plek nodig om zijn verhaal kwijt te kunnen. Zijn vrouw is kortgeleden opgenomen in een zorginstelling, Paul moet het vaste patroon thuis dus loslaten. Daarmee wordt de vertrouwde kerkdienst binnen de inrichting nog belangrijker voor hem.

Afgelopen november kregen we bericht dat Paul plotseling is overleden. In de afscheidsdienst schets ik hoe Paul er altijd was voor de gedetineerden, tot het moment kwam dat hij hen nodig had en dat ze er toen ook voor hem waren. Ik voeg er aan toen dat, naar mijn overtuiging, dit ‘kerk-zijn’ op zijn best is. Het zijn de momenten waarop de scheidslijn vervaagt tussen de vrijwilligers en de overige kerkgangers. In het spoor van Jezus als de goede herder, ben je om beurten ook herder voor elkaar.  

Paul blijkt als vrijwilliger uiteindelijk een gewone sterveling te zijn. Zijn werk wordt gelukkig voortgezet door nieuwe mensen die zich als kerkvrijwilliger geroepen voelen. Dit zijn stuk voor stuk ook weer sterfelijke mensen. Maar al deze vereende krachten door de eeuwen heen maken de kerk zelf van eeuwigheidswaarde.

Justitiepredikant Theunis