Oude symbolen zijn nog hot
In de lange periode dat ik als geestelijk verzorger in de verschillende gevangenissen en huizen van bewaring heb mogen werken is mij opgevallen hoe belangrijk “oude” en in het “vrije leven” schijnbaar stoffige symbolen zijn en houvast geven, zoals een rozenkrans, een bidprentje en icoon.
Veel gedetineerden vragen om een rozenkrans of een bidprentje dan wel een icoon. En dan maakt het niet uit of het Nederlandse dan wel buitenlandse gedetineerden zijn. Soms lijkt het een “hype”, een modetrend, maar dat is het niet. Voor velen is het een houvast, een uiting van een diepgeworteld geloof dat niet goed onder woorden gebracht kan worden.
Op de cel wordt vaak met een Bijbel in de vele talen die wij hebben, een altaar opgericht met de symbolen en foto’s van dierbaren.
In PI Ter Apel bestel ik naarst de Zuid-Amerikaanse, met vele kleuren rozenkransen, ook de zgn. TAU kruisjes. (Ik draag er zelf ook een en geef die vaak weg aan iemand die terug gaat naar het land van herkomst.) Deze kruisjes zijn vaak een reden voor gesprek over het hoe en waarom. Tussen gedetineerden maar ook personeel is belangstellend. Ook de leren (stoere bruine leren armbanden met een kruis erop) zijn een geliefd item. Een soort van geloofs-amulet dat iets kan zeggen over iemands innerlijk.
Al deze spullen gaan goed samen met de vele tatoeages waar de lichamen uit de vele tradities binnen enige VRIS PI in Nederland. Ook al is de taal soms een probleem; de symboliek is meestal eenduidig. Deze lichaamsversieringen (= de tatoeages) worden vaak ook vol trots getoond en er wordt uitleg bij gegeven.
Tijdens mijn afstuderen heb ik onderzoek gedaan naar het gebruik van traditionele religieuze symbolen in de commercie. Waarom wil men tegenwoordig een Heilig Hartbeeld of een Mariabeeld in huis, verkocht bij verschillende interieurwinkels en warenhuizen? De uitkomst van het onderzoek dat veelomvattend was, gaf aan dat veel mensen in deze Multiculturele en religieuze samenleving op spiritueel gebied door de bomen het bos niet meer zien en teruggrijpen op oude en vertrouwde symbolen. De symbolen die verbonden zijn met thuis en dierbaren waar ook ter wereld. Via die symbolen kunnen zij hun eigen geloof kanaliseren zonder daarbij vast te zitten aan een instituut.
In de gevangenis lijkt dit uitvergroot te worden. Veel gedetineerden worden teruggeworpen op zichzelf en zoeken op een of andere manier naar een vorm om aan hun spiritualiteit uiting te geven. De meesten die ik gesproken heb zijn blij met die symbolen en vragen ook vaak om een extra rozenkrans voor hun kinderen of partner, om te laten zien dat zij ook mensen zijn net als alle anderen met een fijnzinnig gevoel voor spiritualiteit, naast dat “harde en criminele imago” dat zij hebben.
Justitiepastor Chris