Skip to main content

Wat fijn dat je er bent

Ah, fijn dat je er bent. We hebben een vraag’….
Het personeel op een afdeling vertelt dat een man er alles aan doet om naar de isoleercel te gaan. Hij vindt het te druk op de afdeling. Het personeel vraagt me mee te helpen en middels gesprekken te proberen hem uit de iso te houden en hem stabiel te krijgen op de afdeling. De man vertelt dat hij problemen heeft, grote problemen. ‘

Jij ben dominee en als je goed bidt tot God dan kunnen mijn problemen worden opgelost. Zo niet, dan ben je geen goede dominee’, zei hij (daar kon ik het mee doen). Er volgde nog wat gesprekken, maar uiteindelijk was een isoplaatsing onvermijdelijk. Ik zocht hem op en daar zat hij in een hoek op zijn matras in foetushouding. Een deken over hem heen en hij at en dronk niet meer. Voor het eerst kon ik zijn ogen zien want hij altijd een zonnebril op. Ik gaf hem een compliment over zijn prachtige ogen. Zijn reactie was: ‘Dank je…, maar je heb me niet geholpen want ik heb nog steeds problemen en niemand kan mij helpen. U bent dominee en u helpt mij ook niet. U moet nog een hoop leren want uw bidden helpt niet’.

Ik heb toegegeven dat ik nog een hoop moet leren. Tegelijk heb ik hem ook gevraagd om na te denken. Ik zei: ‘Wij hebben het in onze gesprekken gehad over lichaam, ziel en geest. De dokter is er voor lichamelijke klachten, de psycholoog voor geestelijke klachten en de dominee voor de ziel. Maar jij moet ook wat doen. Je hebt gelijk dat ik nog veel moet leren. Ik hoop dat jij wil leren om goed voor jezelf te zorgen. Daar hoort ook bij dat je moet eten.’ 

Twee dagen later hoorde ik op het ochtendrapport dat hij weer was gaan eten. Ik weet niet of het door mijn opmerking komt. Toch eigen ik het mijzelf wel een beetje toe, want ik wil wel een goede dominee zijn . Als mijn gebed niet helpt dan misschien wel mijn opmerking over zijn eigen verantwoordelijkheid.

 Jusitiedominee Hendrine