Ervaringsverhalen
Ervaringsverhalen

Help
Ik wil mijn gevoelens uiten,
maar hoe dat weet ik niet.
Ik kijk door mijn getraliede ruiten,
maar niemand die me ziet.
Wat is dit toch moeilijk,
ook al wil ik het zo graag.

Terug naar het kind
Je bent niet je delict. Binnen zijn we ook allemaal gewone mensen.
Het is de tijd om met jezelf bezig te zijn, in de spiegel te kijken en te reflecteren op je leven.
Hoe mooi is het als je als gedetineerde je herinneringen kan ophalen en daarvan kan genieten.
En dat je leert van je eigen leven en herinneringen.
Dit zijn mijn herinneringen:

Morgen
Veroordeelt, alles kwijt.
Wat nu slechts rest is grote spijt.
Nieuwe kracht heb ik hier gevonden
door te praten met mensen, ook met grote wonden.
Een toekomst, een nieuw begin,
anders doen, dat is mijn nieuwe zin.
Geluk, liefde en vertrouwen,
met een maatje weer een toekomst opbouwen.

In uw handen
Ik leg de namen van mijn kinderen in Uw handen.
Graveer Gij ze daarin met onuitwisbaar schrift.
Dat niets of niemand ze meer ooit daaruit kan branden,
ook niet als satan ze straks als de tarwe zift.

Ik ben...
Veel mensen zien op tegen de TBS. Begrijpelijk, want de einddatum is onzeker en je weet niet wat je te wachten staat. Maar er zijn er ook die zeggen: ‘Dit is de beste plek waar ik ooit gezeten heb’.
Het is een zoektocht naar omgaan met je verleden, je delict, je trauma’s, je psychische stoornis of ziekte, je toekomst. Kortom het is een zoektocht naar jezelf.

Ademen
Er staat een hoge muur tussen jou en de buitenwereld.
Elke week komt er bezoek. Dat is alsof je adem haalt door een rietje.
Even die blik van iemand die om je geeft.

Een tweede kans
Jan is in een dodelijk ongeluk betrokken geweest. Een van zijn beste vrienden is overleden en een ander zal voor de rest van zijn leven gehandicapt blijven. Dit is zijn verhaal.
“Het was erg heftig. Je weet niet wat je overkwam.

Koinoonia
Post vanuit een andere PI. Een groet, een dankwoord, een update over het nu gaat en een zucht van weemoed. ‘Ik mis de gespreksgroepen, die hebben we hier niet. Ik mis vooral de inbreng van de Antilliaanse en Surinaamse jongens. Ik leerde zoveel van hen.’
Deze laatste weemoedige zucht kon ik helemaal meevoelen. Ineens besefte ik hoezeer ik die sfeer zelf ook mis.

Kleren in Ter Peel
Hoe kom je aan kleren als je al zeven jaar vastzit en er verder niemand op bezoek komt?
Op Mirjams bezoekerslijst staan alleen ex-gedetineerden. Vriendinnen uit de cel. Ze beloofden haar te bezoeken. Familie, vrienden van vroeger, zelfs haar kinderen staan niet op die lijst. Ze komen nooit. Waarom niet? Boosheid, schaamte, desinteresse – ik weet het niet, God weet het,

In mijn cel
De dagen op cel. Je leest een boek of kijkt tv
Straks recreatie! Dus je redt het wel.
Maar dan de nachten, vechtend met je onbewuste gedachten:
kom ik vrij of moet ik nog langer wachten?

Lijntje
Soms zijn de mensen die ik spreek ineens niet meer in de PI. “Oh, die is vorige week al naar de kliniek vertrokken!”, krijg ik dan te horen. Of ontslagen, of naar een andere PI verplaatst…ineens is het contact afgebroken en neem ik afscheid van een al afwezige. Het lijntje dat er was tussen mij en de pastorant, is ineens gebroken.

Als u zich onwaardig voelt, bent u in goed gezelschap:
Mozes stotterde.
Timoteüs had maagklachten.
Hosea’s vrouw was een prostituee.
Amos’ enige opleiding was in de vijgenkwekerij.
Jakob was een leugenaar.
Salomo was te rijk.
Jezus was te arm.
Abraham was te oud.

Thuis
Op de luchtplaats in gesprek met een gedetineerde komt er ineens een rijkelijk getatoeerde man op me af met zijn armen wijd gespreid. We groeten elkaar hartelijk. Verbaasd ben ik hem zo snel alweer terug te zien.
"Ja, pastor ik ben weer thuis." Thuis? Thuis zijn in de gevangenis...

Vader
Zonder vader groeit hij op,
leert zijn eerste woorden,
maar niet meer in ’t gezin
waar wij ooit toe behoorden.
Lopen kan hij nu,
hij schopt zijn eerste voetbal,
voert de eenden in de sloot,
eet stiekem zelf ook van het
brood.

De wereld anders waarnemen
Werken in de PI – ik doe het nog niet zo lang – doet veel met me. Niet alleen als ik er ben. Ook erbuiten. Hoe ik de wereld waarneem en hoe ik naar mezelf kijk, wordt gekleurd door mijn ervaringen binnen.
Zo lijkt het alsof mijn zintuigen scherper zijn sinds ik dit werk doe. Al die indrukken die de mensen binnen moeten missen, die neem ik extra bewust waar, alsof ik ze mede waarneem voor hen. De geur van de aarde. En de geur van het gras. De regen op mijn gezicht. De vogelnesten onderweg. De wind.

Good Will Hunting: It’s Not Your Fault
Mannen, zonen, kinderen, met geweld opgegroeid. “Mijn vader sloeg me flink. Hij dronk, kon niet met mijn moeder overweg, en sloeg mij met regelmaat.” “Maar ik was ook niet makkelijk, ik kon best vervelend zijn.”

Wachten
Als de woestijn wachten op regen
om weer vruchtbaar te worden.
Als de duisternis wachten op de zon
om weer licht te worden.
Als een rups wachten op de tijd
om zich te ontpoppen als een vlinder.
Als een zaadje in de grond
wachten op water om te bloeien.
Als het kaarslicht in een kamer wachten om te schijnen
tot het donker wordt.

Tuchten verlengt de levensduur
Je wordt niet lachend tachtig
Zesenzeventig misschien
Een paar jaar is het tuchten
Tenminste 1 jaar, al voelt het als 10
Een dag heeft 24 uur
Een slechte duurt veel langer
Tuchten verlengt de levensduur
Dat is net het wrange

De twee meest gestelde vragen.
Sinds een klein jaar ben ik werkzaam als geestelijk verzorger binnen justitie. In het begin moet je natuurlijk wennen aan de procedures en voorschriften, beveiliging en noem maar op. Eerlijk gezegd had me voorgesteld dat je als GV-er niet zoveel te doen zou hebben. In deze tijd van ontkerkelijking dacht ik “wie zit er nou op een dominee te wachten?”.

Bloemengroet
Als ik op zondag voor de kerkdienst in JC Zeist kom, staan bloemen klaar bij de receptie voor de gedetineerden in JC Zeist. Elke week verzorgen kerken uit de omgeving volgens een rooster voor bloemen tijdens de kerkdienst. Er is altijd een mooi kaartje bij met een hartelijke groet, mooie gedachten of een gedicht ter bemoediging.

Drama in het kwadraat….
Het is triest dat er mensen zijn die staatloos zijn en daardoor geen toegang hebben tot de basisrechten en -voorzieningen die de meesten van ons als vanzelfsprekend beschouwen. Dit kan vooral problematisch zijn als iemand in detentie wordt geplaatst.
Wanneer iemand staatloos is, betekent dit dat hij of zij geen nationaliteit heeft en niet wordt erkend als burger van een land. Dit kan gebeuren als gevolg van verschillende redenen, zoals politieke conflicten, verlies van documenten, migratie of het opheffen van een staat.

Dankbaarheid
Inmiddels ben ik ruim een half jaar werkzaam als stagiaire Juridische Zaken in P.I. Middelburg. In het begin van de stageperiode hield ik mij bezig met welke rechten gedetineerden hebben. Een van de rechten is dat gedetineerden zijn godsdienst of levensovertuiging vrij te belijden en te beleven. De inrichting heeft de plicht om te zorgen dat er voldoende geestelijke verzorging beschikbaar is die aansluit bij de godsdienst of levensovertuiging.

Mag ik zo'n kruisketting?
In het PPC krijg ik deze vraag vaak. Het is bij veel gedetineerden een gebruik om een rozenkrans om hun nek te hangen. Als bescherming, als steun, als houvast en symbool van geloof, hoop en troost. Ook kom ik de rozenkrans regelmatig tegen aan de muur in een cel. Bij de zoveelste vraag of iemand een “kruisketting” kon krijgen vroeg ik hem wat hij er mee ging doen. Hij zei dat hij hem om zijn nek wil hangen, omdat hij zich dan veiliger voelt.

Dat is toch super hypocriet?
Weet je wat ik nou niet begrijp?’ hoor ik achter me. Ik zit achter de computer en beantwoord wat mail. Een bewaarder die ik wel eens tegenkom bij de koffieautomaat hangt in de deuropening van mijn werkkamer. Hij gaat verder: ‘Dat die mannen de meest vreselijke dingen uitgevroten hebben, maar op zondagochtend vroom bij je in de kerk zitten en letterlijk ja en amen zeggen. Dat is toch super hypocriet?!’

Thuiskomen
De hele week al zingt de melodie in mijn hoofd: ‘Als God ons thuisbrengt …’ Komend weekend zingen we het lied in de viering, bij het het verhaal over de ontmoeting bij de put, tussen Jezus en een Samaritaanse vrouw. Het lied leek me goed te passen, over levend water dat opnieuw gaat stromen, over de belofte van thuiskomen, over leven: ‘Breng ons dan thuis, keer ons tot leven …’

De narcis en de roos
Regelmatig spreek ik een vrouw die veel verdrietige dingen heeft meegemaakt. Als zij daarover vertelt doet ze dat meestal sissend tussen haar tanden.
Op een keer bespreek ik met haar op welke manier zij praat over het verleden. Ze is zich hiervan niet bewust en blij dat ik dit met haar bespreek, want zo wil ze niet praten.

"God is mijn deken"
"God is mijn deken"
dat zei Mina (niet haar echte naam) toen ik haar opzocht in een huis van Exodus.
Een paar weken eerder had ze gehoord dat ze vrijgesproken was na meer dan drie jaar vast te hebben gezeten. Dat komt bijna nooit voor. En toen stond ze letterlijk op straat met niets anders dan de kleren die ze aan had, dertig euro en een kapotte mobiel.

Help een ander!
In alle geloofsovertuigingen is er aandacht voor de mens in nood. Veel gedetineerden geven aan iets goeds te willen doen voor hun medemens maar denken in dat opzicht niet veel te kunnen betekenen tijdens hun detentie. Met dit voor ogen, en in de aanloop naar de 40 dagentijd, zijn we op het idee gekomen om een vastenactie te organiseren: door voedsel en verzorgingsproducten in te zamelen voor mensen in Nederland die het financieel zwaar hebben,

Iedereen is welkom – of toch niet?
Het is vrijdagmiddag. Ik zit in het stiltecentrum van de penitentiaire inrichting. Mannen druppelen binnen. Ze hebben verschillende etnische achtergronden. Als laatste komt Erik binnen, een witte, Hollandse man van middelbare leeftijd. Geen tattoos, geen trainingspak. Hij is nieuw in deze groep. De kaars is aangestoken. We hebben gebeden.

De warrigheid voorbij
Of ik de eskimokus wil doen? Acht klontjes suiker in de koffie doen, en dat drie keer achter elkaar. En wist je dat bloemen door de duivel zijn uitgevonden om mensen te verleiden? Eraan ruiken is zondig.

Bij God kun je altijd terecht
Met mijn verhaal wil ik jullie zeggen dat je altijd bij God terecht kan met je problemen. En dat Hij je alles wil vergeven. Ook mij. Ik kom uit een gezellig gezin. We gingen naar de katholieke kerk waar ik misdienaar werd en zong in het jongens koor. Toen ik 33 was, eind vorige eeuw, kreeg ik een goede baan en verhuisde ik naar Amsterdam. Daar
pakte ik mijn hobby weer op, voetballen.

Biljarten in de bajes
Mijn telefoon gaat, bewaarder Erik aan de lijn. Hij vraagt of ik op bezoek wil gaan bij gedetineerde Kevin, een man van 19 jaar. Kevin zit op alle beperkingen, wat wil zeggen dat hij met niemand, behalve een advocaat en een geestelijk verzorger, contact mag hebben. Niet met mede-gedetineerden, ook niet met zijn ouders en broertje, of zijn vrienden. Hij mag geen televisie en radio op cel, en geen krant lezen. Nadat hij was opgepakt, heeft hij drie dagen op het politiebureau gezeten, en sinds een week is hij in de gevangenis.

Schaak!
Ik loop op de afdeling. Mijn aandacht wordt getrokken door twee mannen, die in uiterste concentratie en grote stilte een potje schaak aan het spelen zijn. Ik word er als een magneet naar toe getrokken. In mijn jeugd heb ik veel geschaakt, bij een club, aan toernooien meegedaan. Net als toen aanschouw ik het bord en de stelling. Wie is er aan zet? Hoe schat ik de kansen van beide in? Welke zet zou ik zelf spelen als ik hem was?

Afscheid
Het is vrijdagmiddag en langzaam maar zeker druppelen de mannen binnen want er is gespreksgroep. Onze groep telt zo ongeveer 10-12 deelnemers. Vandaag is er ook een kerkvrijwilliger bij, zij wilde heel graag meemaken wat er zoal gebeurt tijdens de gespreksgroep. De mannen kennen haar en het wordt zeer gewaardeerd dat ze aansluit. Toch is het anders. Het is de laatste keer dat gedetineerde C. bij ons is. C. is een bijzondere man, met een grote stem binnen de groep maar ook zeer begaan bij het wel en wee van de andere deelnemers. De groep is wat bedrukter dan normaal, zeker als blijkt dat C. zelf de grote afwezige blijkt.

De Straatbijbel: eet dat!
Bij het voorbereiden van mijn kerkdiensten afgelopen week, kwam ik een boekje in mijn kast tegen, ‘De torrie van Mattie’, het evangelie van Matteüs in straattaal.
Het sprak me onmiddellijk weer aan: Speech op de berg #3: Je weet wel dat je niet vreemd mag gaan. Maar ik zeg jou: als je naar een chimeid kijkt en haar met je ogen uitkleedt, dan ben je in je hart al vreemdgegaan. Je kijkt en je denkt dat je nix verkeerd doet. Think again. Of je het nu in je hoofd doet of in het echt, dat maakt voor God niet uit, want je hebt het in je hart al gedaan.

Samen bidden
Ik loop op een grote hvb afdeling her en der mensen begroetend als er iemand naar me toekomt. Een vrolijk ogende dertiger. Ik zie hem elke week in de kerk. Hij verblijft op een mpc (meer persoons cel, in dit geval een cel voor 6 personen). Mevrouw, zegt hij, ik heb een vraag: weet u, wij zitten hier met 6 man op een cel en we proberen het goed te hebben met elkaar. Dat valt niet altijd mee met een groep mensen van verschillend pluimage: andere afkomst, ander geloof, andere gewoonten.

Stoere mannen
Omdat het steeds lastiger wordt rozenkransen te bestellen heb ik een jaar geleden besloten om ze zelf te gaan maken. Het is een heerlijk ontspannende bezigheid en ik weet dat ik er heel veel mensen blij mee kan maken. Jazeker, ook in de PI in Roermond tussen al die stoere mannen zitten gevoelige zielen die graag een rozenkrans bij zich dragen. Het liefst gezegend door de pastor. Wanneer de pastor ze dan ook nog zelf maakt is het helemaal bijzonder (heb ik van horen zeggen).

Heilig Moment
Johnny is een gespierde dertiger met een baardje en zijn haar in een knotje. Hij ziet eruit als een hippe stedeling die barista zou kunnen zijn, of biologische worstenmaker, of organisator van festivals. Maar Johnny is koster in de gevangenis. Deze koster is tevens gedetineerd. Het is zijn bajes-baantje om de geestelijk verzorgers te ondersteunen. Als er binnen een kerkdienst is, zet hij de stoelen klaar, maakt de koffie, ruimt de zaal op. Ik ben op bezoek in deze PI. Ik begeleid protestantse geestelijk verzorgers en daarom ben ik iedere week wel ergens in een gevangenis.

Je bent welkom
“Zullen we het gebed openen?” Ik schrok op en stond ongemakkelijk in een kring van collega’s, kerkvrijwilligers en gedetineerden, die allemaal met de handpalmen geopend en de ogen gesloten stonden. Diverse gedachten schoten door mijn hoofd. Ben ik wel welkom in deze gemoedelijke kring, ook al ben ik zelf verre van religieus? Als ik ook mijn ogen sluit, lieg ik dan tegen mezelf of tegen een eventuele God? Jeetje, wat spreekt iedereen mooi, moet ik ook iets zeggen?

Handen op schoot
De laatste jaren spreek ik te weinig mensen die in de gevangenis zitten. De reden daarvan is dat ik nu werk in wat in het werkveld ‘Den Haag’ heet. Daarmee bedoel ik ‘de ambtenaarlijke stolp’ waar in grote torens beleid uitgedacht wordt, waarvan gehoopt mag worden dat het wat bijdraagt ten goede aan het dagelijkse leven en werk.

Wensen, geloften en dromen
Daar stonden we dan, Met z’n zessen in de stilteruimte. Voor ons stond een kaarsentafel met daarop onze briefjes met een kaarsje erop. In de afgelopen 4 weken waren we bij elkaar gekomen; de dominee, 4 mannen die bijna vrijkomen en ik als diaconaal pastor. We spraken met elkaar over hoe de christelijke bezinning had bijgedragen aan hun tijd in detentie.

Kijk vooruit…
Het is dinsdagochtend en de derde dag van het nieuwe jaar. We gaan gespreksgroep doen. Acht mensen, die in de gevangenisunit van JC Zaanstad verblijven (ook wel aangeduid met cluster Oost) schuiven aan bij onze ronde tafel in het stiltecentrum.

Kwetsbaar
Vandaag ben ik te gast bij twee kerkdiensten in een inrichting. De dominee is er; de vrijwilligers zijn er; de koffie is gezet.
Alles staat klaar. De kerkgangers kunnen komen.

Levensverhaal
Ik merk vaak dat gedetineerden voor de verwerking van hun verdriet graag hun levensverhaal willen vertellen. Ze willen graag vertellen over de lessen die ze vanuit hun levensverhaal hebben geleerd, met de hoop dat anderen er iets mee kunnen. Jurendel zat zo vol van zijn eigen verhaal, en zat er eigenlijk ook zo in vast, dat hij hoopte ooit eens een boek erover te kunnen schrijven. We, Jurendel en ik, hebben dit jaar in ieder geval een eerste stap gezet door er een interview van te maken.

“Jullie inzet is bijzonder en meer dan welkom. Dankjewel”
“Jullie inzet is bijzonder en meer dan welkom. Dankjewel“ “Jullie maken ons leven hier stukken leefbaarder” “Prettige Feestdagen” “God thank you for the food today”.
Dat zijn enkele citaten die de mannen in de PI Nieuwegein schreven als bedankje voor al die vrijwilligers die hier betrokken zijn.

Een nieuw jaar wacht op ons.
We sluiten een jaar af en staan kort voor het begin van een nieuw jaar 2023.
Als ik de gedetineerden in een groepsgesprek vraag naar hun verwachtingen van het nieuwe jaar, dan variëren hun antwoorden van: ‘meer vrijheid, meer vrijheid voor overal, meer geluk en liefde voor elkaar, minder onrecht, minder wrok, respect voor elkaar, geloof, hoop en liefde, goed verdienen op een legale manier.’ Sommigen antwoorden:’ niks’, ik verwacht niks.

Hij wil wel geloven, maar hoe doe je dat…?
“Pater heb u misschien van de week effe tijd voor mij……?” vraagt een grote kerel aan me tijdens het koffiedrinken na de zondagse viering. Ik ken hem niet maar hij was me tijdens de viering op de een of andere manier al opgevallen door de manier hoe hij keek en meedeed. Waarschijnlijk is hij door één van mijn collega’s op de kerklijst gezet?

Mijn berouw, is dat genoeg?
Toen ik, als parochiepastor, voor het eerst binnenkwam in de wereld van de gevangenis maakte ik kennis met gedetineerde N. Hij vertelde mij dat hij het makkelijk had in detentie. ‘Want ik heb ook daadwerkelijk gedaan waarvoor ik veroordeeld ben. Ik kan begrijpen dat de samenleving zo’n daad niet onbestraft kan laten.

Waarom?
Waarom ben je geestelijk verzorger voor gedetineerden geworden? Wat drijft jou in je werk?
Deze vraag kreeg ik voorgelegd in de voorbereiding van een expositie in het gevangenismuseum in Veenhuizen over Geestelijke Verzorging (GV) in de gevangenissen. De antwoorden die ik gaf wil ik graag delen op deze website.

Met mijn ogen op
Woensdag, gespreksgroep. Ik heb koffie en thee gezet, suiker en melk staan op tafel. Deze keer mét koekjes, bij hoge uitzondering geschonken door de kerk. Ik ben in afwachting van de deelnemers. Een gevangene loopt langs, hij is onderweg naar de bibliotheek. Ik zie hoe zijn ogen naar de koekjes en suiker worden getrokken.