Barmhartige naastenliefde

Om 9 uur gaat de telefoon van diaconaal pastor Hendrine Verkade van Kerken met Stip. We zijn bezig met de voorbereidingen van de jaarlijkse Ontmoetingsdag van deze vereniging die zich inzet voor pastorale nazorg aan ex-gedetineerden. Aan de telefoon die ik een paar dagen eerder haar nummer heb gegeven.
Een gedetineerde, noem hem John, die vanuit de gevangenis waar ik werk uitgerekend nu belt. In onze gesprekken van de afgelopen maanden vertelde hij over zijn jarenlange zoektocht door het leven en over de vragen over zijn geloof. Zijn vader was op jonge leeftijd overleden. Hij weet nog goed dat hij niet in de kist wilde kijken. Hoe had God dit kunnen laten gebeuren? Waarom had God dit gedaan? John had geen afscheid genomen en kreeg daar later last van. En nu heeft hij het gevoel dat hij beter weet om te gaan met het verlies, met de vragen van destijds en merkt hij zijn geloof weer terugkomt. Hij bidt, leest de bijbel en haalt veel uit het boekje Hier en nu van Henry Nouwen. Hij wil dat graag vasthouden en realiseert zich dat hij daar hulp bij nodig heeft. Maar waar vind je een kerk die een beetje bij je past én een kerk die een ex-gedetineerde wel ziet zitten?
Een uurtje na het telefoongesprek spreekt hoogleraar theologie Erik Borgman voor een groep van zo’n vijftig personen over radicale inclusiviteit. ‘Wij zijn allemaal al kinderen van God zonder voorwaarden.’ Inclusief denken en handelen is ook voor de kerken een opgave. Het komt er op aan om de naastenliefde die de barmhartige Samaritaan heeft voorgedaan in de praktijk te brengen, en om zonder vragen te stellen gewoon te handelen. Jullie weten daar alles van, houdt hij zijn gehoor voor. De kerken die aangesloten zijn bij Kerken met Stip hebben de keuze gemaakt om mensen die in de gevangenis hebben gezeten nadrukkelijk te laten weten dat ze welkom zijn. In een maatschappij die eraan gewend is om aan alles voorwaarden te verbinden geven de vrijwilligers van deze kerken een heel ander signaal af. Ze geven daadwerkelijk hoop aan mensen die er naar uitzien om ergens bij te horen, bij mensen waar ze zichzelf mogen zijn, waar er hulp is en waar ze ook zelf iets voor anderen kunnen betekenen.
Een halve week later spreek ik John opnieuw en hij vertelt enthousiast over het telefoongesprek met Hendrine. Ze had heel rustig naar hem geluisterd en daarna met hem afgesproken dat hij haar kan bellen zodra hij vrij is. En ondertussen gaat zij contact leggen met de kerk waarvan zij vermoedt dat hij daar op zijn plek is. Met alles wat hem onzeker maakt wanneer hij aan zijn vrijlating denkt geeft deze afspraak hem hoop en rust. Het is zomaar een voorbeeld van pastorale nazorg die in de gevangenis begint en die gestalte krijgt door de barmhartige naastenliefde van mensen die naar ex-gedetineerden willen omzien.
Fons Flierman
R.K. Justitiepastor