Bidden helpt

Het is dinsdagmiddag. De GV wordt gebeld door een collega van de ISO-afdeling: “Er zitten hier 2 mannen die wel behoefte hebben aan een ‘goed’ gesprek.”
Er wordt niet specifiek om een GV-er van een bepaalde denominatie gevraagd. De dominee en ik hebben wel even tijd en we verdelen beide gedetineerden. Ik kom op de ISO-cel bij een jongeman van een jaar of 25. Hij zit in een scheurvrijhemd op een matras in een kale cel. Hij vindt het goed als ik even binnen kom om met hem te spreken. Ik vertel dat ik gebeld ben om even met hem te praten. Hij vindt het “prima”. Het blijkt dat hij die ochtend op grond van uitlatingen die hij had gedaan dat hij het ‘niet meer zag zitten’ voor de zekerheid naar de ISO (Isoleercel) is overgeplaatst. Hij maakt op mij niet de indruk dat hij snel suïcide zal plegen, maar daar ga ik niet over. Hij is wel ‘wanhopig’ omdat hij dit allemaal moet meemaken. Hij is opgepakt vanwege het niet vervullen van een taakstraf en had niet verwacht dat hij hiervoor in de gevangenis terecht zou komen. Hij schaamt zich kapot voor zijn familie en maakt zich zorgen hoe het nu verder moet met zijn bedrijfje dat hij net had opgezet.
Hoewel hij vlot vertelt, valt het me op dat hij toch ook heel onrustig is. Beweegt veel en ademt snel en onrustig. Diverse keren begint hij te huilen.
Nadeel is wel dat er 3 man Beveiliging bij ons gesprek staan (veiligheidsvoorschrift in onze PI). Dat maakt zo’n gesprek minder privé en omdat ik verder nog niets van hem weet, wil ik hem ook niet het hemd van z’n lijf vragen. Op mijn vraag of hij gelovig is, antwoord hij dat hij dat niet is. Maar hij vertelt wel dat hij regelmatig zijn overleden opa en oma ’s nacht bij zijn bed ‘ziet’ die hem moed inspreken. Dit geeft mij het gevoel dat hij in ieder geval wel enige affiniteit met spiritualiteit zal hebben, ook al benoemt hij dit zelf niet zo.
Ik twijfel of ik ons gesprek zal afronden met een gebed, waarbij ik alles wat we besproken hebben en wat hem bezwaart in de handen van God neer kan leggen. En om kracht kan vragen. Ik twijfel omdat ik hem niet met een gebed op wil zadelen dat niet zijn gebed is. Aan de andere kant is dat wel mijn ambt en weet ik hoe goed het soms kan doen. Ik stel het hem toch voor en na enige aarzeling zegt hij “Nou doe maar.”
Ik sla een kruisteken en begin hardop te bidden. Waarbij ik benoem wat hij me verteld heeft en hoe moeilijk hij het er mee heeft om in de gevangenis te zitten. En ik vraag om kracht en steun voor hem van de Allerhoogste en van zijn opa en oma om deze tijd door te komen. En terwijl ik mijn ogen dicht heb, ‘voel’ ik de sfeer in deze ISO-cel veranderen. Zijn bewegingsonrust wordt minder en ik merk dat hij op een geven moment helemaal stil zit. En wat me het meest opvalt is dat zijn ademhaling die eerst heel gejaagd en onregelmatig was, steeds rustiger wordt.
Na het gebed bedankt hij mij voor mijn komst en zegt dat het hem goed heeft gedaan. Ik spreek af dat ik overmorgen weer bij hem langs zal komen als hij nog in de ISO zit.
Als ik weer in de PI ben en naar hem informeer, hoor ik dat hij de dag ervoor geschorst is en naar huis mocht. Ik heb geen idee hoe dat kan, maar ik bid voor hem dat hij thuis goed opgevangen wordt.
Johan,
RK-Jusitiepastor PI-Lelystad.