Skip to main content

De advent, de tijd voor kerst

We zitten in de advent, de tijd voor Kerst. Een kerstverhaal komt in me op:

Een van de mannen zit bijna een jaar binnen.
Hij kwam heel gefrustreed en boos binnen maar knapte snel op.
Hij heeft aangegeven dat zijn leven zo beroerd is verlopen omdat hij zijn vader zo miste.
Zijn vader overleed toen hij een puber

was en daarna ging het bergafwaarts met hem: jeugdinrichtingen, gevangenissen, drank, drugs en andere ellende.
Niemand is in zijn ogen te vertrouwen.
Hij kan nogal agressief zijn.
Zijn meisje heeft het uitgemaakt en nu zit hij daar.
Een hoopje ellende…

 Ik kom met Kerst niet naar de kerk hoor! Zo laat hij me weten.
Ik blijf mooi in mijn cel.
Wanneer ik hem vraag naar het waarom, doet hij onverschillig.

Hij zegt het niet met zoveel woorden maar ik proef dat hij bang is voor zijn emoties.
Het is Kerst : tot mijn grote verrassing is hij er toch.
Op de eerste rij zit hij met zijn ellebogen op zijn knieen zijn hoofd in zijn handen.

Wanneer de devotiekaarsjes worden ontstoken komt hij in beweging.
Lang staat hij met zijn kaarsje in zijn handen.Ik zie hem rustig worden. Na afloop van de dienst wens ik hem zalig Kerstmis. Ik krijg een hand en een vette knipoog. Ik mag u niet zoenen maar toch: Zalig Kerstmis mevrouw!

Wanneer ik hem in de week daarna vraag hoe het met Kerst voor hem is geweest zegt hij: toen ik in de kerk kwam, was het net alsof mijn vader heel dichtbij me was. We spreken even over zijn vader, zijn gevoel en ook over zijn geloof. Hij rondt het gesprek af met: weet u wat ik het mooist vond van de kerstviering?

Ik schud mijn hoofd en kijk hem vragend aan: dat je vader zo dicht bij je was? Met een big smile op zijn gezicht zegt hij: nee, de meisjes van het koor!

Zij mogen van mij vaker komen!

R-K. Justitiepastor Jacqueline