Skip to main content

De Barmhartige Samaritaan

Het is zaterdag 9 juli en op het kerkmenu staat de Barmhartige Samaritaan: een van de prachtigste verhalen uit de Bijbel. Het verhaal spreekt natuurlijk tot de verbeelding: hoe bereik ik het eeuwige leven en wie is mijn naaste? Hoe word ik echt gelukkig en wie is mijn naaste, die onderdeel is van mijn weg naar geluk. Kennelijk is het geen solo-onderneming: die weg naar geluk. Goed voorbereiden dus en het toch simpel houden, zodat iedereen mee kan in de viering.

Samen met de kosters zetten we die ochtend alles klaar: de bewakers voor bij de dienst, melden zich, en even later wordt het sein gegeven dat de andere gedetineerden kunnen komen. Vanuit de verschillende afdelingen stroomt het stiltecentrum langzaam vol, en is het in het begin eerst elkaar een beetje ontmoeten en kort spreken. Als iedereen er dan is, openen we samen met het kruisteken de viering.

Even later komen we dan aan bij de evangelielezing van de Barmhartige Samaritaan. Een gedetineerde leest het verhaal voor. God liefhebben met heel je hart, met heel je ziel, en met heel je vermogen; en de naaste als jezelf. Wie is dan mijn naaste? Een man wordt overvallen, mishandeld, ontkleed en halfdood achtergelaten. Liggend aan de kant van de weg, in de marge, komen er drie personen langs; alle drie geconfronteerd met de naakte Ander. De eerste twee voelen zichzelf niet vrij om te handelen. De derde, een Samaritaan, juist wel. Dat terwijl Samaritanen als buitenstaanders, als niet-naasten, werden beschouwd. De Samaritaan gedraagt zich als naaste van de overvallen man, alsof het zijn beste vriend is, en tegelijkertijd laat hij de overvallen man vrij; hij mag de herberg verlaten, wanneer hij maar wil. De Samaritaan staat in voor de extra kosten. Trouw zijn en de ander vrijlaten; een kunst op zich.

Tijdens de lezing en tijdens mijn overweging voel ik dat de mannen geboeid zijn; vol aandacht; alsof het over henzelf gaat. Na mijn overweging tijdens de muziek, is het ademloos stil. Ik merk dat het is binnengekomen en nog aan het doorwerken is.

Dan, na de dienst komt er een gedetineerde bij me, en vertelt mij dat iedereen hem verlaten heeft, en hij die man is die aan de kant van de weg ligt. De gewonde man staat nu recht tegenover mij. Ik luister en vraag me van binnen af wat te zeggen of te doen. Eerst toch maar eens goed luisteren; zijn verhaal laten doen; zijn hart luchten. Mensen uit je systeem, je familie, vrienden, die je definitief laten vallen. Ja, dan kun je je voelen als die man aan de kant van de weg.

Ik gun hem nieuwe mensen op zijn pad, Samaritanen, mensen waarvan je het niet verwacht, simpelweg omdat je ze niet kent. De mensen waarvan je trouw en zorg mag verwachten, net als de eerste twee voorbijgangers, blijken niet altijd de naasten. Een grote opgave om te vertrouwen op een nieuw leven met ook nieuwe mensen. Want het doet ook iets met je als mens als je systeem (gedeeltelijk) uit elkaar valt. Waar haal je dan de kracht vandaan een nieuwe op te bouwen, en te vertrouwen dat er ook weer nieuwe mensen op je pad komen.

En toch is dat waarvoor we samenkomen. Geloven in een nieuw leven, en nieuwe ontmoetingen, ook al lijkt dat soms onmogelijk voor ons verstand. En toch, toch heb ik al veel wondertjes voorbij zien komen. Blijkt het toch geen solo-actie, die weg naar het geluk.  

Justitiepastor Robbert