De Kroedwusj

Augustus is voorbij. 15 augustus is voor mij als oudere Limburgse katholiek verbonden aan het feest van Maria Tenhemelopneming. De Duitsers en Belgen hebben vrij en ze overspoelen mijn geboortestad Heerlen. In de dorpen wordt de Kroedwusj (Kruidenbos) verzameld en gezegend om de hoeven en de huizen een jaar te behoeden voor onheil. Een vrolijk en bezorgd gebruik.
De Kroedwusj wordt samengesteld uit zeven planten; twee graansoorten, tarwe en rogge; twee geneeskrachtige kruiden, boerenwormkruid en duizendblad en drie onweer werende kruiden, koninginnekruid, bijvoet en walnotenblad dat zelf bestaat uit zeven blaadjes. Het boeket wordt bijeengebonden met een touw of lint van zeven el. Dat getal zeven is in bijna alle levensbeschouwingen het getal van de volledigheid. Het gebruik van Kroedwusj is eeuwenoud en de laatste jaren is er ook weer meer aandacht voor die oude gewoonte. Het verhaal zegt dat deze zeven kruiden aangetroffen werden in het graf van Maria, moeder van Jezus. Dat lijkt mij eerder een sprookje dan een feit maar vanwege dit verband vindt de jaarlijkse zegening van Kroedwusj plaats op 15 augustus, Maria Tenhemelopneming. Bij allerlei onheilspellende gebeurtenissen door het jaar speelde de Kroedwusj een belangrijke rol. Bij hevig noodweer werd een takje in het vuur gegooid of het lange lint ergens om heen gevonden; bijvoorbeeld om een koe in barensnood.
In 2002 startte ik als pastor in de Leuvense Poort in Den Bosch. Wat betreft de geestelijke verzorging waren er vier smaken: de humanist, de dominee, de imam en de pastor. Indien gewenst kwam de rabbijn wel eens binnen; zwart pak, hoed en baard. We werkten strikt gescheiden, eerder tegenstanders dan teamgenoten op hetzelfde speelveld. Zo was het ook toen ik in 2007 de eerste keer in de PI Vught kwam werken; er waren vier denominaties en twee of drie collega’s van iedere soort, zelfs binnen mijn eigen RK tak werkten we gescheiden. Maar er is in twaalf jaar veel gebeurd. De vier smaken zijn er zeven geworden en een achtste klopt al op de deur. Volgens de Penitentiaire Beginselen Wet heeft iedere gedetineerde het recht om zijn levensovertuiging te beleven en daarin te worden begeleid. Zo maakten de Boeddhistisch en de Hindoeïstisch raadsman het zevental compleet. En ook de Oosters-orthodoxe collega hebben velen al ontmoet, een denominatie de voorlopig nog onder de protestantse sector valt.
Zeven smaken geestelijke verzorging zijn er nu in onze dienst. Wie weet kun je ze herleiden tot de kruiden van de Kroedwusj; de tarwe, de rogge, het boerenwormkruid, het duizendblad, het koninginnekruid, de bijvoet en het walnootblad. Iedere denominatie heeft eigen gebruiken om het onheil van de gedetineerden af te weren of een man in nood te helpen bij de moeilijke bevalling van een hopelijk heilzame toekomst. Laatst vroeg een man, voor zijn ontslag, om hem te reinigen met salierook. Dat heb ik plechtig gedaan. Een ander vroeg dringend om Lourdeswater en regelmatig geurt mijn kamer naar Antilliaans Florida Water. Roomse gebruiken.
Ik wil nog wijzen op het lint van zeven el, dat de bos bij elkaar houdt. Dat is toch de grootste wijziging in 20 jaar werken bij justitie. De zeven denominaties werken veel meer samen. Er is zelfs een jaarlijks locatiewerkplan, een Haagse leidinggevende die dat plan gezamenlijk met de portefeuillehouder hier ondertekent. Er is een teamvoorzitter en teamoverleg, we maken plannen voor een inrichtingsbrede GV dag, wie weet. We kennen elkaar, weten van welk hout we gesneden zijn en dat was vroeger wel eens anders.
R.k. Justitiepastor Bert .