De narcis en de roos

Regelmatig spreek ik een vrouw die veel verdrietige dingen heeft meegemaakt. Als zij daarover vertelt doet ze dat meestal sissend tussen haar tanden.
Op een keer bespreek ik met haar op welke manier zij praat over het verleden. Ze is zich hiervan niet bewust en blij dat ik dit met haar bespreek, want zo wil ze niet praten.
Na dit gesprek ga ik met haar in gebed en meestal komen dan de tranen maar deze keer is dat anders. Na het gebed vraagt ze of ik de betekenis weet van de narcis. Want zo zegt ze: ‘Ik zag narcissen terwijl jij aan het bidden was’.
Na ons gesprek ga ik voor haar op zoek naar de betekenis van de narcis. Op een A4tje heb ik dit, geïllustreerd met een plaatje van narcissen, aan haar gegeven.
In het daaropvolgende gesprek vertelt zij dat het A4tje haar rust had gegeven toen ze het meenam naar de rechtbank. En ze legde uit wat ze nog meer had gezien toen ik voor haar bad. Er was naast het bosje narcissen ook een roos. De roos werd weggehaald en de narcissen werden groter.
Haar moeder hield van rozen. Voor haar betekende het dat zij haar moeder niet meer zo’n grote (negatieve) plaats moest geven. Ze mag gaan zorgen voor zichzelf en werken aan herstel van de pijn van vroeger.
Na dit gesprek heb ik het A4tje voor haar geplastificeerd zodat ze er lang van kan nagenieten.
Voor mij is dit ook een bemoediging. Met mensen bidden en getuige zijn van de eerste stapjes naar herstel.
De vrouw is kort hierna overgeplaatst naar een kliniek. In een bedankbrief nam ze afscheid van mij. Ik zal de gesprekken missen, maar nog meer gun ik haar de volgende fase op weg naar herstel.
Justitiedominee Hendrine