Een flard van een gesprek
Ik vang een flard van een gesprek op tussen vier mannen en een vrouw die deelnemen aan de Prison Alpha, een laagdrempelige cursus om het christelijk geloof te leren kennen. Het is een bijzondere samenstelling, deze groep.
De leeftijden variëren van begin twintig tot eind zeventig, en ook in uiterlijke zin verschillen ze sterk: de één omhangen met goud en het lange, zwarte haar bijeengehouden door een netje, de ander heeft de grijze haren in een scheiding en een pastelkleurige trui om de schouders. Je zou deze mensen niet zo snel bij elkaar verwachten, samen verwikkeld in een geanimeerd gesprek, met aandacht luisterend naar elkaar. Ze delen dingen van hun leven, en nemen dat serieus.
Er wordt veel geknikt, er wordt begrip getoond, ze geven weer, in gebaar en soms met een enkel woord, dat ze de ander begrijpen. Een sfeer van elkaar dragen, elkaar bemoedigen, maar ook van: wat is het moeilijk vaak, om echt anders te gaan leren leven, want we willen het vaak echt wel.
Want dat is zo ongeveer is de strekking van wat ik hoor. “Ik had weer zoveel last van mijn paranoia, dacht dat ze achter me aan zouden komen, ik moest weer bewijzen dat er met mij niet valt te fokken, dus kocht ik een wapen, moest laten zien dat niemand te dichtbij moest komen.” En een ander reageert: “wat kun je anders, als anderen een gun dragen, dan moet je wel, dan is het zij of mij”. Weer een ander: “Maar we doen onze vrouw en kinderen pijn. Ik laat ze weer in de steek, zij lijden hier meer onder dan ik, ik kan wel zitten, maar zij niet.” En iedereen voelt mee. Want angst, of je in een hoek gedreven voelen, een ander pijn doen, dat gaat aan geen enkel leven voorbij.
En zo zitten ze daar samen, een groep nogal ongedacht in samenstelling, maar voor nu met elkaar in gesprek, en niet zo alleen met hun sores.
Justitiedominee Sjoerd