Skip to main content

Een tweede kans

Jan is in een dodelijk ongeluk betrokken geweest. Een van zijn beste vrienden is overleden en een ander zal voor de rest van zijn leven gehandicapt blijven. Dit is zijn verhaal.

“Het was erg heftig. Je weet niet wat je overkwam.

Je was jong en je dacht dat je de hele wereld aan kon. En toen gebeurde het ongeluk. Ineens zat je daar machteloos, wachtend om hulp. Ik dacht dat het allemaal afgelopen was met mij. Alles lijkt zo onwerkelijk. Ik hoorde een stromende rivier, maar er was geen rivier op de plaats van het ongeluk. Het duurde lang voordat de hulp kwam. Toen de hulp eenmaal was aangekomen werd ik op een kille manier behandeld, als een dader. Het was wel duidelijk dat ik dit ongeluk had veroorzaakt.

Ik had zo veel pijn en verdriet. Ik mocht de begrafenis van mijn vriend niet bijwonen. Ik kon me niet voorstellen hoe moeilijk dit was voor de direct betrokken familie van mijn vrienden. In het begin was het ook voor mij heel erg moeilijk. Ik kreeg heftige nachtmerries van al wat gebeurd was. Daarbovenop kreeg ik veel negatieve reacties van mijn omgeving: “Paul is er niet meer maar Jan gaat lekker door met zijn leven,” hoorde ik mensen zeggen. Ik ben dankbaar dat de familie van mijn vrienden in staat zijn geweest om mij te vergeven. Zij begrijpen dat het niet mijn bedoeling was om mijn vrienden pijn te doen. Dat helpt me om te kunnen omgaan met de negatieve reacties vanuit mijn omgeving. Want wanneer je het moeilijk hebt, denk je niet helder na, ben je geneigd om anderen maar gelijk te geven. Een tijdje liep ik met de gedachte dat ze gelijk zou hebben. Ik dacht, misschien hebben ze gelijk. Ik verdien het niet om te leven. Misschien is het beter als ik ook maar doodga. Het is niet eerlijk dat mijn vriend is overleden en ik verder mag leven, zo redeneerde ik.

Gelukkig is mijn familie daar om mij te steunen. Zonder hen zou het anders met mij zijn afgelopen. Ook de steun van de psycholoog had mij van mijn negatieve gedachten afgeholpen. Nu zie ik het helderder. Een van mijn beste vrienden is er niet meer en mijn andere vriend moet als een gehandicapt persoon door het leven gaan. Maar ik leef. Ik zie dit als een geschenk, als een tweede kans van God. Ik ben nog niet klaar met dit leven, ik ga dankbaar door met mijn leven en ben ook van plan om er het beste van te maken. En ik bid voor kracht en vrede voor de familieleden van mijn vrienden.   

Fysiek ben ik hersteld, maar geestelijk worstel ik nog. Ik loop nog bij de psycholoog, en ik put kracht uit mijn geloof. Ik had gelukkig een goede baan gevonden.  Vanaf het begin ben ik meteen eerlijk tegen mijn werkgever geweest. Hij kent mijn verhaal, en houd rekening met mijn situatie. Ik kan het hem zeggen wanneer het voor mij te veel werd. Straks na mijn detentie kan ik weer bij hem terecht voor een baan. Daar ben ik heel dankbaar voor. Nog een tweede kans die mij gegund is.”