En dan ineens …
En dan ineens is er de dood. Onverwacht, onaangekondigd, onwelkom, on …
Midden in het leven van een gevangenisafdeling is er ineens, in een weekend, zonder dat iemand het had zien aankomen, het overlijden van een medegedetineerde.
Iemand voor wie het leven zo ingewikkeld was geworden, het perspectief zo donker en duister, dat hij geen andere uitweg meer zag voor zichzelf. Het is een verdrietige en harde werkelijkheid, die impact heeft.
Op de afdeling loop ik met de bewaarders mee, om één voor één en persoonlijk het nieuws te vertellen. De sfeer is beladen, het nieuws onverwacht, de reacties wisselend, maar voor de meesten intens en emotioneel. Want wanneer je dag in dag uit leeft in een wereld van afzondering, merendeels van de tijd ingesloten, alleen of met twee op een cel, herken je de ervaring van duisternis, van eenzaamheid, van geen perspectief kunnen zien, van donkerte. En dan komt het nieuws over het overlijden van iemand op de afdeling heel dichtbij. Het roept gevoelens op van ieders eigen worsteling, en niet onbelangrijk, herinneringen aan al die mensen die dierbaar zijn, maar niet meer leven.
Op de luchtplaats spreek ik zoveel mogelijk gedetineerden die dag. Soms alleen, soms in twee- of drietallen, soms in groepjes. En hoewel het een mooie zonnige dag is, heerst er een vreemd soort stilte en gelatenheid. Er is respect, ingetogenheid, respectvolle omgang met en tussen elkaar, begrip. En stilte.
Tijdens de herdenkingsdienst later die week, met een flinke groep van de afdeling zelf, is die respectvolle ingetogenheid, eerbied, welhaast tastbaar aanwezig wanneer de meest nabije medegedetineerde een kaars ontsteekt bij de foto van de overledene. Stilte, ingehouden tranen, voelbare emoties.
En ook op de afdeling zelf, na de herdenkingsdienst, bij zijn cel, eerbiedige betrokkenheid. Met een tekst, met een gebed en rituele zegening, zetten we samen de stap van de dood naar het leven. Opdat we weer verder kunnen, verder met elkaar. Weer midden in het leven kunnen staan.
Afgelopen weekend, 1 en 2 november, was het de viering van Allerheiligen en Allerzielen. Een waardevol moment in het kerkelijk jaar, om stil te staan bij allen die ons tot voorbeeld dienen, én bij allen die ons ter harte gaan, maar die we hebben moeten afstaan aan de dood. Net als mijn medegelovigen in de PI, heb ik dit weekend in de kerkdiensten een kaarsje ontstoken. In het bijzonder in herinnering aan deze ene mens. Met dezelfde zegenende woorden als bij zijn afscheid, maar nu in de stilte van mijn hart: ‘Gezegend zijt Gij, Heer van al wat leeft …’
Rk. Justitiepastor Albert,
5 november 2024