Justitiepastor Geert

‘Ik kan wel janken. Weer een proforma. Weer negentig dagen erbij. Mijn vriendin begrijpt er geen reet meer van. Ik ga kapot aan deze onzekerheid. Zou jij eens met mijn vriendin willen bellen, pastor, om haar te vertellen hoe goed ik mijn best hier doe. En hoe het hier werkt.
Dat je niet altijd op dezelfde tijden kan bellen omdat er soms calamiteiten zijn waardoor we achter de deur moeten blijven. Ze begrijpt niet dat ik soms maar zo weinig zeg en niet altijd kan vertellen hoe het echt met me gaat, wanneer er andere gedetineerden naast me staan en ik moet opschieten’, aldus Michael. Als pastor meld ik zijn vriendin dat ik haar vriend regelmatig zie en spreek. En dat hij hartstikke zijn best doet – op de werkplaats en op onderwijs en dat hij bezig is met verantwoordelijkheid nemen over zijn daden en dat hij zijn vriendin en kindje vreselijk mist. Maar dat hij zich sterk probeert te houden. Dit gesprekje doet zijn vriendin goed. Ze is helemaal verbaasd dat hij echt contact heeft met een geestelijke. Het blijkt dat zij graag op bezoek zou komen, maar dat het vanwege hun bijstandssituatie en kleine netwerk niet lukt om vervoer te regelen naar de gevangenis. En dat Michael het afhoudt. Hij twijfelt. Graag wil hij zijn kind en vriendin zien, maar hij is bang dat hij het niet aankan. Hoe houdt hij zich na het bezoek wanneer hij alleen op cel achterblijft? Hij vreest dat het te pijnlijk voor hem is. Na een mooi en stevig gesprek wil hij het wagen. En wordt contact gelegd met zijn mentor, casemanager en de vrijwilligerscoördinator van Exodus. Een Ouder-Kind vrijwilliger haalt en brengt zijn vriendin en kind inmiddels al drie maanden naar de bajes. De nazorg regelen we de eerste keren samen met zijn mentor en zijn geestelijk verzorger.
Pastor Geert
Uit het jubileumboek 'Binnenste Buiten'