Kruisje op je voorhoofd

De pastor leerde me dat je heel goed jezelf een kruisje kan geven. En zo doe ik het tegenwoordig ook. Iedere dag wanneer ik om 16.45 ingesloten word, maak ik met mijn rechterduim een kruisteken op mijn voorhoofd.
Dit is een zegenend gebaar waar ik ook de dag mee begin als mijn deur weer opengaat de volgende dag. Ik belijd met het kruisteken dat alles wat strijdig in mij is, door Gods liefde is aangeraakt. Er is niets wat door Gods liefde wordt buitengesloten.
Het grote kruisteken gaat van voorhoofd tot onderbuik en van de linkerschouder naar de rechter. Als ik mijn hoofd aanraak, maak ik de liefde van God tastbaar, zodat mijn denken niet koud en berekenend is, maar van liefde doordrongen.
De onderbuik is symbool van vitaliteit en seksualiteit. Ook dit gebied plaats ik onder het teken van Gods liefde. Ik druk hiermee uit dat er niets in mij is wat niet door Gods liefde is aanvaard en met zijn liefde is gevuld. Voorts druk ik in dit gebaar de hoop uit dat Gods liefde mijn liefde – vaak vermengd met een streven naar bezitten – mag veranderen en reinigen.
De linkerschouder duidt zowel op het onbewuste als het vrouwelijke in mij, en tevens op het hart, plaats waar de liefde woont, centrum van mijn zijn.
De rechterschouder is beeld van het bewuste, het mannelijke, het handelen. Met het kruisteken zegen ik alle gebieden van mijn lichaam en ziel. En dat de liefde van God er ook voor mij is. Veel woorden. Maar de kern is dat het kruisteken slaan me rust en een gevoel van geborgenheid en bescherming geeft.
Als mijn zoontje op bezoek komt, geef ik hem ook altijd een kruisje.
Door Pieter
Uit het jubileumboek 'Binnenste Buiten'