Passend
Ineens was daar weer de mogelijkheid om met de mensen van alle afdelingen kerkdienst te houden en het geloof samen te vieren. Ook vrijwilligers waren ook weer welkom bij deze vieringen.
Twee jaar lang was er per afdeling een viering. Eerst wekelijks, daarna tweewelijks, wisselend tussen de afdelingen. Met de ene zondag twee en de andere zondag drie vieringen. De gedetineerden hadden zo tweewekelijks nog een dienst. Het gevolg van de compartimentering (het opsplitsen van de afdelingen) was dat de ene dienst op zondag soms maar één bezoeker had en een andere dienst wel twaalf. De sfeer was daardoor per dienst ook anders.
En dan ineens mogen we weer samen. Voor enkelen weer ‘terug naar het oude’ voor anderen voor het eerst met een grote groep. Huis van Bewaring, gevangenis, extra zorg afdeling en I.S.D. zat gebroederlijk tesamen. Er wordt weer ‘gehugd’, vriendelijk begroet, handen geschud, maar ook nog elleboog gestoten, of een ‘boks’ gegeven. Ieder gedraagt zich naar hoe het voor hem goed voelt.
Muzikanten van verschillende afdelingen oefenen weer op vrijdagmiddag, zodat ze op zondag de diensten kunnen begeleiden. Dit was even spannend: de één klassiek geschoold met een persoonlijke voorkeur voor de muziek van Randy Newman, de anderen gecharmeerd van Opwekkingsmuziek en liederen uit Taizé. En ineens vormen ze samen een band.
Overleg wordt gevoerd welke liederen passen bij de lezingen en het thema van de voorgangers. Melodieën worden gebruikt om er eigen teksten op te schrijven. Zo zingen we in de dienst ‘Geef mij je hand’ op de melodie van ‘I have a dream’ van Abba, bij het verhaal van de Emmaüsgangers, klinkt na het aansteken van de kaarsjes het ‘Ubi caritas en wordt de dienst afgesloten met ‘God wijst mij een weg’ uit Opwekking.
Er is wederzijds respect voor ieders eigenheid en talenten. De muzikanten gunnen het elkaar om het eigen talent te delen.
Wanneer het tijd wordt om terug te gaan naar de afdeling zegt de Randy Newman fan, die het lied van Abba heeft herschreven: ‘Wat was het een mooie start van deze zondag.’ Met een glimlach op zijn gezicht twijfelt hij of hij een ‘boks’ zal geven of een hand zal schudden. Vandaag is het voor hem weer tijd voor het schudden van de hand. Ik wens hem nog een mooie dag en hij mij.
Justitiedominee, Alber