Vader

Zonder vader groeit hij op,
leert zijn eerste woorden,
maar niet meer in ’t gezin
waar wij ooit toe behoorden.
Lopen kan hij nu,
hij schopt zijn eerste voetbal,
voert de eenden in de sloot,
eet stiekem zelf ook van het
brood.
Iets wat ik helaas nooit zien zal.
Dan gaat hij al naar school toe
en leert vakkundig fietsen,
is druk met zandkastelen
bouwen
en genoegzaam nietsen.
Het kattenkwaad zit in zijn
bloed:
belletje lel en and’re grappen.
Een onvoldoende op ’t rapport,
behalve dan voor spel en sport.
Dat juffen dat niet snappen!
Zijn eerste kus, zijn eerste zus
– een halfzus, want mam is nu
gescheiden,
de grote school, plots studiebol,
hormonen en mooie meiden.
Maar gaat de deur hier open,
een enge toekomst wacht mij
dan.
Wat denkt de wereld nu van
mij?
Ben ik daarbuiten echt wel vrij?
En wat denkt mijn zoon daar
dan wel van?
Gelukkig ben ik ook een zoon
en niet alleen een dader.
Want ik vond het in ’t triest
gevang
de lieve God de Vader.
Zijn liefde en zijn goedheid
steunen mij als ik verder moet.
Hij leidt mij op de goede weg
door vreugde en door botte
pech.
Dank U Heer voor wat U doet.
E.d.R.
Prijswinnaar dichtwedstrijd
2013 Exodus/NCRV/Ark Mission